Hoe Nederlander Stefan de Groot coureurs klaarstoomt voor een hogere klasse

Data speelt grote rol in begeleiding en opleiding Formule 1-coureurs

Door Kim Loohuis Beeld Carlin

Hoe Nederlander Stefan de Groot coureurs klaarstoomt voor een hogere klasse

Data speelt grote rol in begeleiding en opleiding formule 1-coureurs

Een van de taken van een race-engineer is het begeleiden van coureurs. Stefan de Groot, chief engineer bij het Britse raceteam Carlin, kreeg in 2015 Lando Norris onder zijn hoede en stoomde hem in vier jaar klaar voor de Formule 1.

"Nee, dat is niet het doel waarmee we beginnen", glimlacht De Groot. "Hoewel we bij Carlin een raceteam zijn en veel huidige Formule 1-coureurs ergens in hun carrière bij ons hebben gereden, focussen we vooral op ons eigen succes in de klassen waarin we rijden." Dat zijn onder meer de Formule 2, de Formule 3 en de Formule-Renault. "We zijn heel blij met de talenten die door ons team heen komen, maar we zijn gefocust op het presteren in de bovenste regionen. Zo zijn we in het jaar dat Lando bij ons reed teamkampioen geworden in de Formule-2, hijzelf werd tweede dat jaar. Vorig jaar hadden we twee nieuwe rijders en werden we helaas geen kampioen, maar reden we wel voorin het klassement."

“Daar ligt ook een taak voor de coureur; die moet zich in de data en informatie verdiepen, moet er moeite in steken”

Begeleidingstraject

In 2015 kwam Norris bij Carlin en reed de Britse Formule 4. "Ik was zijn race-engineer en we zijn dat jaar kampioen geworden. Alle betrokken partijen, Lando’s management, mijn teameigenaar, Trevor Carlin, en natuurlijk Lando en ik vonden het een goed idee om door te gaan. Voor een jonge rijder die ieder jaar doorstroomt naar een nieuwe klasse, met snellere auto’s, en een ander team van mensen om zich heen, is het goed om stabiliteit te creëren." In 2016 ging Norris Europees Formule Renault doen bij een ander team en deed hij een deelprogramma in de Britse Formule 3. "Ik was dat jaar chief engineer van ons Britse F3-team dat nieuw werd opgezet bij Carlin. Bovendien zijn we toen ook met een testprogramma voor de Europese F3 begonnen om Lando voor te bereiden op 2017." Nadat Carlin – met Norris als een van de coureurs en De Groot als chief engineer van het F3-team – kampioen werd in 2017, stootte Norris het jaar daarna door naar de Formule 2. "Daar werd hij tweede in het kampioenschap met mij als chief engineer van het F2-team. Op dit moment ben ik chief engineer van zowel het F2- als het F3-team bij Carlin."

Data speelt grote rol

In een begeleidingstraject speelt data een hele grote rol. "Enerzijds hebben we de data uit de wagen waarmee we kunnen bepalen waar de verbetermogelijkheden zitten, anderzijds vormen we ons een beeld van de sterke en zwakke punten van de coureur zelf. Vervolgens gaan we aan het werk om die punten te verbeteren. Soms is dat op fysiek vlak, omdat een rijders niet genoeg kracht heeft om de hele testdag geconcentreerd te blijven rijden. Maar we proberen ook het begrip te vergroten van wat hij aan het doen is in de auto. Zeker wanneer we de data van beide auto’s naast elkaar kunnen leggen, zijn er leerpunten uit te trekken. De ene coureur gaat bij die bocht zo hard, de andere remt op een ander punt. Dat heeft gevolgen voor de auto en de prestatie, door verschillen te vergelijken kun je zien wat het beste resultaat oplevert. Zo probeer je de hele tijd vooruitgang te boeken."

Niet zo ouderwets

De jonge garde coureurs zijn van jongs af aan bekend met dataverzameling. "Dat gebeurt al bij het karten. Ze zijn bovendien gewend om hun hele leven al feedback te ontvangen over hoe ze rijden." Toch staat de technologie in de autosport ver af van de technologische ontwikkeling in de dagelijkse maatschappij, vindt De Groot. Waar de Formule 1 met innovatieve ontwikkelingen als AI bezig is, heeft De Groot het gevoel dat de andere klassen minder vooruitstrevend zijn als het gaat om technologiegebruik. "We doen al heel lang hetzelfde." Dat deze mening enigszins gekleurd is doordat hij zelf middenin die wereld staat, realiseert hij zich iets later wanneer hij vertelt over hoe simulatie wordt gebruikt binnen de autosport. "Misschien zijn we toch niet zo ouderwets", grijnst hij.

Terugkoppeling naar coureur

De data-engineer van het team moet de verkregen informatie uit data-analyses vervolgens zo goed mogelijk terugkoppelen naar de coureur. "En die moet de informatie weer goed kunnen correleren aan zijn eigen ervaringen." Die terugkoppelingen zijn essentieel, want door het voeden van de rijder met gegevens waar hij wat mee kan en te duiden wat de informatie betekent, kan er weer snelheid worden gewonnen. "Daar ligt ook een taak voor de coureur; die moet zich in de data en informatie verdiepen, moet er moeite in steken." Toch doet niet iedere coureur dat, de ene is van nature meer geïnteresseerd in de cijfermatige onderbouwing van prestaties dan de ander. "Sommige jongens willen gewoon rijden met die wagen."

Level playing field in Formule 2

Niet iedere autocoureur is even druk met data en de mogelijkheden die dat biedt. Iedere persoon is immers verschillend en soms ligt de interesse er gewoon niet. "Sommige jongens willen gewoon rijden met die wagen."

Coureur speelt belangrijke rol in simulatie

Simulatoren zijn cruciaal in de autosport om foutieve conclusies door storende factoren op circuits te voorkomen. Coureurs spelen daarin een grote rol, zegt Stefan de Groot, chief engineer bij het Britse raceteam Carlin.

"De situatie op een circuit is altijd verschillend. Ieder rondje dat je rijdt, is anders. Daarom gebruiken we simulatoren om gelijke omstandigheden te creëren, zodat we bepaalde conclusies kunnen trekken. Deze conclusies testen we dan vervolgens op het circuit. Het bewijs op de echte baan is vaak zwak, maar door een sterke correlatie hebben we dan toch het vertrouwen dat een bepaalde aanpassing oplevert wat we verwachten."

Optimale rijlijnen simuleren

Carlin gebruikt verschillende soorten simulatoren. "We gebruiken een laptimesimulator en een simulatie waarin we delen van de auto in modellen nabouwen. Zo hebben we een model van de banden, een model van de schokdempers, van de versnellingsbank. Maar we doen ook een simulatie van die hele auto die over een baan rijdt, en daarnaast doen we ‘driver-in-the-loop’-simulatie." Een van de complexe en interessante zaken die wordt berekend met simulatie zijn de rijlijnen. "Je wilt weten waar het optimum ligt, hoe hard je een bocht in kunt en hoe hard je er weer uit kunt komen. Dat hangt samen met de afstelling van de wagen en hoe je met de banden omgaat. Dit kan trouwens veranderen binnen een race. Als je aan het begin van de race voelt dat je voorbanden goed presteren, moet je anders rijden dan wanneer je voelt dat je banden het beginnen op te geven."

Spectaculair

Vooral in de Formule 2 is het belangrijk om door te hebben hoe het met de banden staat, vertelt De Groot. "De banden in onze klasse gaan snel op, wij gebruiken banden die veel degradatie hebben, zoals we dat noemen. Die bouwen snel grip af wanneer je ze hard belast. Dat betekent wel dat onze wedstrijden nooit saai zijn", lacht hij. "F2 is behoorlijk spectaculair, omdat er altijd coureurs zijn die door hun banden heen gaan of juist optimaal rijden. Zodra het rubber minder grip heeft, ga je als rijder seconden verliezen. Daarom is er altijd actie in de Formule 2."